[Video] Tour de France 2022 | Vingegaard pakt geel na indrukwekkende zege in monsteretappe

Starten doen we in Albertville, waar in 1992 de Olympische Winterspelen gehouden werden. Dan denk je automatisch aan een dorp omgeven door Alpencols, maar de eerste zeventig kilometer zijn nog redelijk vlak. En dat is maar goed ook, want daarna barst de hel los.

Eerst doet het peloton na 46 kilometer de zeer mooie Lacets de Montvernier-klim aan, bekend vanwege zijn vele haarspeldbochten die ongetwijfeld weer voor prachtige beelden gaan zorgen. Vervolgens trekt het peloton naar de Maurienne's, de dorpen Saint-Jean-de-Maurienne en Saint-Michel-de-Maurienne, van waaruit de eerste grote col opdoemt.

De Col du Télégraphe klinkt natuurlijk als een klok en dat wordt bevestigd door de stijgingspercentages: met zijn 11,9 kilometer aan 7,1 procent is dit een serieus voorgerecht, helemaal doordat die via een korte afdaling naar Valloire opgevogld wordt door de Col du Galibier, eveneens een klim van formaat.

De Galibier is 17,7 kilometer lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 6,9 procent. Daarnaast gaan de renners naar een duizelingwekkende hoogte van 2642 meter, waarmee de Galibier de hoogte klim van deze Tour is en hier dus ook de Souvenir Henri Desgrange te rapen valt.

Op het moment dat we de top van deze beklimming gepasseerd zijn, volgen er nog 45 kilometer naar de voet van de laatste klim van de dag: de Col du Granon. Dit is met zijn smalle wegen geen gekende aankomstplaats in de Tour de France, maar de cijfers liegen er niet om: 11,3 kilometer aan een gemiddeld stijgingspercentage van 9,2 procent. In de laatste vijf kilometer zakt het daarnaast niet meer onder de negen procent, en wederom gaan we de hoogte in. De Granon ligt op 2413 meter hoogte, dus hier gaan we hoe dan ook spektakel krijgen.

Start: 12.30 uur

Finish: rond 16.54 uur

In startplaats Albertville is het boven de 30 graden Celsius woensdag, terwijl het op plaatsen op hoogte als Valloire en Saint-Chaffrey ook nog rond de 26 graden Celsius zal zijn. Een hete dag gaan de renners dus tegemoet, wat het nog wat zwaarder maakt.

In zo'n rit als die van woensdag moet het toch wel raar lopen als de klassementsrenners niet voor de zege gaan strijden. Jumbo-Visma rept al enkele dagen over de sterkte van Jonas Vingegaard op de lange beklimmingen en in de hitte, en dan is de rit naar de Granon toch een uitgelezen kans om een slag te slaan in het algemeen klassement. Dat hoeft niet per se met Vingegaard, daar de gebutste Primoz Roglic en superklimmer Sepp Kuss dit ook aan moeten kunnen.

De grote vraag luidt echter: wat doet de concurrent van de supermarkt-formatie, Tadej Pogacar? De Sloveen lijkt tot dusver ongenaakbaar, maar de rit van woensdag is toch een ander paar mouwen. Daarbij moet hij het zonder Vegard Stake Laengen en George Bennett (beiden covid-positief) doen en zijn Rafal Majka (positieve covid-test, maar niet besmettelijk) en Marc Hirschi (kniepijn) op de sukkel. Als Pogacar het geel woensdag nog heeft, zal het voor hem een geslaagde dag zijn.

En wat met de klimmers waarover we het deze Tour nog niet zoveel hebben gehad? Nairo Quintana bijvoorbeeld, die als Colombiaan voordeel heeft op hoogte? Of Enric Mas, die na tien dagen normaal gesproken zijn betere benen vindt in een grote ronde?

INEOS Grenadiers zal eveneens met de billen bloot moeten. Geraint Thomas (vierde) en Adam Yates (vijfde) staan er nog altijd goed voor, maar ook voor hen zijn deze beklimmingen cruciaal voor het verdere verloop van de Tour van de Britse miljoenenformatie. Hetzelfde geldt voor de Fransen David Gaudu (Groupama-FDJ) en Romain Bardet (Team DSM), die ook in de top tien staan.

En dan zijn er natuurlijk ook nog de vluchters die stiekem zullen hopen op een kans voor de dagzege. Thibaut Pinot (Groupama-FDJ) is dan de eerste naam die in ons opkomt, maar vlak ook pakweg Louis Meintjes (Intermarché-Wanty-Gobert), Rigoberto Urán (EF) of Jakob Fuglsang (Israel-Premier Tech) niet uit. Wat zeker is, is dat je goede klimbenen moet hebben om deze rit naar je toe te trekken.