Verkeerde voeding en te weinig beweging: Profwielrenners breken opvallend snel hun botten

De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) voerde in coronatijd een onderzoek uit onder honderd (oud-)renners. De uitkomst van het onderzoek was verbijsterend: 65 procent van de mannelijke en 45 procent van de vrouwelijke profrenners heeft een slechte botgezondheid. En met zwakke botten kun je sneller iets breken.

De oorzaak van het zwakke botgestel is: te weinig (andere) beweging. Want, zo stelt docent en onderzoeker Luuk Hilkens van HAN: 'Kappen, draaien, rennen en springen - die bewegingen zijn heel goed voor je botten. Wielrenners die in het verleden veel andere sporten hebben gedaan, zoals turnen en voetballen, hebben een betere botdichtheid dan degenen die vanaf hun tiende alleen maar gefietst hebben.'

Leeftijd is daarbij cruciaal. 'De puberjaren zijn de gouden jaren voor de botten, want dan ontwikkelen ze zich het snelst', aldus Hilkens. 'Je op vroege leeftijd specialiseren, is dus geen goed idee.' Andere sporten naast het wielrennen beoefenen, zoals hardlopen, kan de oplossing zijn. Dat doen Wout van Aert en Primoz Roglic nu al jaren.

Ger van Olden was tien jaar lang ploegarts van Jumbo-Visma. Hij beaamt de uitkomsten van het onderzoek. 'Botontkalking komt veel voor onder renners. Ze belasten hun botten minder en ze willen óók nog eens vermageren. We zijn er acuut iets mee gaan doen bij de ploeg. Daarnaast zijn we ook begonnen met het suppleren van renners. Je kunt het namelijk aanvullen met bijvoorbeeld calcium en vitamine D3.'

Want ook voeding kan een boosdoener zijn voor een slechte botgezondheid. Veel wielrenners eten te weinig, bijvoorbeeld om af te vallen. Ze zijn erg bezig met gewicht. Dat beeld wordt bevestigd door voedingsdeskundige Lieke Dommerholt van de Nederlandse DSM-ploeg. 'Wat ik heel veel zie in de vijf jaar dat ik dit nu doe, is dat de jeugd die bij ons binnenkomt een heel slechte basisvoeding heeft. En dat is echt wel schadelijk, met de hoeveelheid trainingen die ze doen. Als ze dat blijven doen, is dat heel schadelijk op de lange termijn.'

Kopman Romain Bardet is een mooi voorbeeld volgens Dommerholt. 'Toen hij bij ons binnenkwam, was zijn inname echt nog niet goed genoeg. Hij zat zo laag in koolhydraten ten opzichte van wat hij nodig had voor zijn trainingen. Hij moest mij vertrouwen, maar hij merkte daarna op trainingen ook dat hij meer energie kreeg.' Of het tot succes in de Tour de France leidt, zie je vanaf 1 juli, wanneer de eerste etappe begint in Bilbao.