Favorieten etappe 4 Tour de France 2023 | Welke snelheidsduivel stuurt zijn bolide het rapst over race-circuit?

Starten doen we dus in Dax, in het zuidwesten van Frankrijk. Vanuit die plek beginnen de coureurs om 13.20 uur aan een bijna 182 kilometer lange etappe, die amper hindernissen kent. Gelukkig voor de coureurs is het bijna heel de dag wind mee, al moeten ze er richting de absolute finale (lees: de laatste 35 kilometer) rekening mee houden dat de wind juist tegenstaat.

Richting Vic-Fezensac trekken we tussen in oostelijke richting, waarin geen gecategoriseerde beklimmingen in het parcours opgenomen zijn. Enkel de welbekende tussensprint, die na 93,6 kilometer koers ligt bij het Notre-Dame des Cyclistes. Met zo'n parcours en (waarschijnlijk) wedstrijdverloop is het überhaupt afwachten of er iemand zin in heeft in een vroege vlucht.

Enfin, snel naar de finale dan. Op zo'n 28 kilometer van de meet hebben we met de Cote de Demu (twee kilometer aan 3,5 procent) het enige obstakel van de dag, maar dat is buiten de razendsnelle slotfase gerekend. Daarin finishen we namelijk op het circuit in Nogaro, ook wel bekend als het Circuit Paul Armagnac.

In tegenstelling tot sommige andere racebanen is dit circuit volledig vlak, waardoor het zich uitstekend leent voor de snelheidsduivels in het peloton. Die moeten echter wel scherp zijn in de finale, want een circuit is geen circuit zonder scherpe bochten (en dat is iets wat de mannen van Alpecin-Deceuninck, met Mathieu van der Poel in het bijzonder, wel leuk zullen vinden). In de laatste drie kilometer tellen we een stuk meer dan vijf bochten, maar de laatste zeshonderd meter zijn wel rechttoe rechtaan op het lange, rechte stuk van het circuit.

Tijden
Start: 13.20 uur
Finish: ongeveer 17.12 uur

Met het gros van de dag wind uit het oosten is het prima vertoeven tussen Dax en Nogaro, want de wind staat dan voor het grootste deel van de dag in de rug. Het zal zo'n 25 graden Celsius worden, dus ook daar mogen de coureurs niet over klagen.

Copy paste etappe drie? Niet zo snel! Enfin, misschien toch wel. Op het autocircuit van Nogaro zullen er twee dingen van belang zijn: positioneren en timen. Als er één ploeg maandag liet zien dat ze dat kunstje in de vingers hebben, dan is het Alpecin-Deceuninck wel. Hun sprinter Jasper Philipsen rondde perfect voorbereidend werk van autoliefhebber Mathieu van der Poel af, die ook wel en foto aan zijn muur zal willen hebben van hemzelf juichend op een circuit.

Ten opzichte van de rit naar Bayonne geven we de pure krachtpatsers iets meer het voordeel van de twijfel, dus dan kom je al snel bij Fabio Jakobsen uit. De Nederlander beschikt met hardrijders Yves Lampaert en Kasper Asgreen over de nodige PK's in de spurtvoorbereiding, wat maandag ook al aan het licht kwam. Dit keer zal de Nederlander dan wel het wiel van zijn lead-out Michael Mørkøv moeten houden. 

Die andere Nederlander, Dylan Groenewegen, kwam naar eigen zeggen door mindere positionering niet aan sprinten toe. De Amsterdammer moest zijn spurt al voor de echte sprint rijden en kwam zodoende niet verder dan plek acht. Ook hij zal in Nogaro op verbetering hopen.

De toch wel enigszins verrassende nummers twee en drie maandag: Phil Bauhaus (Bahrain Victorious) en Caleb Ewan (Lotto-Dstny). De Duitser en Australiër werden op voorhand niet tot de topfavorieten gerekend, maar lieten zien dat ze niet per se hoeven onder te doen. Mogelijk kunnen ze dinsdag het stapje zetten haar het hoogste schavot.

Sam Welsford (DSM-Firmenich) vindt hier een rit op zijn maat, dus ook hem schrijven we zeker op voor de laatste kilometers. Dat geldt ook voor de Belgen Wout van Aert (Jumbo-Visma) en Jordi Meeus (BORA-hansgrohe), die met respectievelijk Christophe Laporte en Danny van Poppel over de betere lead-outs beschikken.

Mads Pedersen (Lidl-Trek) lijkt in zo'n vlakke sprint wat snelheid te kort te komen, wat in mindere mate tot dusver ook geldt voor Biniam Girmay (Intermarché-Circus-Wanty) in deze Tour. Qua beensnelheid en kracht zijn dit ook de ritten waarin we Mark Cavendish (Astana Qazaqstan Team) en Søren Wærenskjold (Uno-X, en dus niet Alexander Kristoff) een kans toedichten. 

Bij de mannen die op een top tien-plek mogen hopen zetten we Peter Sagan (TotalEnergies), Bryan Coquard (Cofidis), Corbin Strong (Israel-Premier Tech) en Luca Mozzato (Arkéa Samsic).

Topfavorieten: Jasper Philipsen (Alpecin-Deceuninck) en Fabio Jakobsen (Soudal Quick-Step)
Outsiders: Dylan Groenewegen (Jayco AlUla), Sam Welsford (DSM-Firmenich), Phil Bauhaus (Bahrain Victorious) en Caleb Ewan (Lotto-Dstny)
Longshots: Wout van Aert (Jumbo-Visma), Mark Cavendish (Astana), Jordi Meeus (BORA-hansgrohe), Mads Pedersen (Lidl-Trek), Biniam Grimay (Intermarché-Circus-Wanty), Søren Wærenskjold (Uno-X) en Peter Sagan (TotalEnergies)