Achtvoudig international wil mee naar het EK: 'Heb nog niets gehoord van Koeman'

Bijlow gaat in een interview met Voetbal International nog even terug naar het moment dat hij geblesseerd raakte. 'Het was bij AZ-uit. Geen tegenstander in de buurt. Ik stapte weg en het voelde of er een steen tegen me werd aangegooid. Dat betekent dan een zweepslag, heel raar gevoel. Ik keek meteen om en toen ik zag dat er niets was en niemand stond die iets kon hebben gegooid, toen wist ik al genoeg: niet goed.'

Hoewel de 26-jarige Rotterdammer al veelvuldig geblesseerd raakte in zijn carrière voelde deze blessure mentaal heel anders. Het was bovendien zijn eerste spierblessure ooit. 'Als ik heel eerlijk ben, wás deze ook écht een klap. Deze blessure deed mentaal serieus pijn, vooral omdat het jóu dan weer treft, terwijl ik er lekker in zat en belangrijk wil zijn voor het team in die belangrijke laatste maanden. En ook met het oog op het EK natuurlijk.'

Voor zijn blessure was Bijlow de beoogd eerste doelman van Oranje en speelde hij in totaal al acht interlands, nu hoopt hij dat hij überhaupt nog mee mag naar het EK. 'Ik hoop wel op die kans, maar heb nog niks gehoord. Er zijn nog vier wedstrijden te gaan die ik graag wil spelen om inderdaad in de race te blijven voor deelname aan het Europees kampioenschap. Garanties daarop heb ik niet, niet van Feyenoord en niet van de bondscoach. Als ik mág keepen, zal ik sowieso moeten laten zien dat ik een hoog niveau haal. En daarna is het afwachten.'

Wellenreuther pakte als tweede keeper zijn kans en liet zien op sommige vlakken wellicht niet onder te doen voor Bijlow. Die gunt zijn Duitse concurrent het beste, maar wil zelf natuurlijk ook alles spelen. Hij voert zijn concurrentiestrijd echter wel op een normale manier. 'Ik ben juist blij met Timon. In deze bekerfinale tegen NEC keepte hij ook weer goed. Mede door hem staan we nu met die Cup in onze handen. Natuurlijk zou ik wel kunnen proberen een kolerelijer te zijn, maar dan ga ik mezelf verloochenen, zo zit ik gewoon niet in elkaar. Ik ben geen moeilijke jongen.'

Dat betekent niet dat Bijlow zich zomaar bij een rol op het tweede plan neer gaat leggen. 'Natúúrlijk wil ik spelen, dat wilde ik ook in de bekerfinale. Het is dus niet zo dat ik zeg: Oké, Timon, ga jij maar. Ik probeer het hem zo moeilijk mogelijk te maken, ook met als doel hem scherp te krijgen en te houden. Ik weet zeker, dat als ik mag spelen, hij dat dan ook doet bij mij. We gunnen elkaar het beste.'