Eigenwijze Griekspoor zet aanval in op plaats in top-20

Veel talentvolle tennissers kennen hun doorbraak op de ATP-tour al op zeer jonge leeftijd. Carlos Alcaraz staat met zijn 20 jaar op de nummer één positie en spelers als Holger Rune (20), Jannik Sinner (21) en Felix Auger-Aliassime (22) zijn met hun leeftijd van nog maar net twintig al vaste waarden in de mondiale tennistop. Tallon Griekspoor kende zijn doorbrak pas enkele jaren later en mocht de coronapandemie danken die een kantelpunt in zijn carrière veroorzaakte.

Na zeven jaar nagenoeg onafgebroken reizen zat hij ineens thuis. Geen wedstrijden, alle tijd voor vrienden, voor familie. Hij ging mountainbiken: ‘fietsen vind ik leuk’. Terwijl de wereld op slot ging, brak die van Griekspoor open. ‘Daar kreeg ik het besef van wat ik heb en wat ik doe’, zegt Griekspoor die zichzelf tijdens de pandemie als doel stelde de magische grens van de top-100 aan te vallen. Met succes. Een indrukwekkende periode op de challengertour en puike prestatie op het hoogste niveau zorgen ervoor dat Griekspoor inmiddels de nummer 36 van de wereld is.

De bevlogenheid druipt eraf bij de geboren Haarlemmer die inmiddels in Amsterdam woont. Als kind was hij fanatiek, soms té. Zijn moeder was daar niet altijd even blij mee. Op 12-jarige leeftijd moest hij een keuze maken. 'Je stopt ermee, morgen ga je maar lekker bij je vader werken', waren de woorden van zijn moeder die alle tennisspullen bij elkaar had geraapt en in een zak langs de weg had gezet. 'Ik had me misdragen. Waarschijnlijk stond ik rackets te gooien, was ik aan het schreeuwen', weet Griekspoor zich nog te herinneren. Maar hij stopte niet met tennissen. Na een paar uur met veel tranen was het weer goed.

In de koffiebar in Amsterdam waar het interview plaats vindt zit Griekspoor er ontspannen bij. Lang heeft hij niet moeten reizen, want de tennisser woont boven de horecazaak. Zijn broers Scott en Kevin wonen eveneens in hetzelfde gebouw. Griekspoor is een echte familieman. 'Lekker praktisch', aldus de nuchtere Griekspoor die regelmatig zijn ouders over de vloer krijgt en dan samen de markt voor op het plein bezoekt. 'Dan is het een gezellige boel.'

Maar het was voor Griekspoor niet altijd even gemakkelijk om twee broers te hebben, Allen speelden ze tennis en dat botste wel eens. 'Ja, lastig. Toen ik een beetje begon te puberen, had ik het idee dat ik drie vaders had. Ze hadden het beste met me voor, maar ik zag het commentaar toen vooral als een aanval. En altijd één tegen twee. Ik kon het nooit winnen van ze', zegt Griekspoor over zijn jongere jaren. Nu krijgt hij nog steeds adviezen van zijn broers. 'Het is een beetje erin en daar eruit', wijst Griekspoor cynisch naar zijn oren. 'Als ik nummer één van de wereld ben, ben ik nog steeds het kleine broertje en zullen ze me nog steeds vertellen wat ik volgens hen had moeten doen.'

Griekspoor begon op zijn vijfde met tennissen, in navolging van zijn broers. Zijn coach Kristof Vliegen zag hem als tiener spelen en raakte onder de indruk. Toen de ouders van Griekspoor vroegen of hij de tweeling wilde begeleiden zei hij: ‘Dat is goed, mits jullie die kleine ook meenemen.’ Op zijn 26ste wordt hij nog steeds ‘die kleine’ genoemd. Vliegen houdt hem met beide benen op de grond als hij te eigenwijs wordt, zoals deze week. Fysiek kampt Griekspoor al enkele weken met de nodige enkelproblemen. Dat gebeurde in de voorbereiding op het gravelseizoen.

Griekspoor pakt zijn telefoon en toont een röntgenfoto van zijn rechterenkel. Een los botje hindert hem, daar moet hij ooit aan geopereerd worden, maar doorspelen was verantwoord. Tijdens het masterstoernooi in Madrid verzwikte Griekspoor zijn enkel in de wedstrijd tegen Jaume Munar. Conclusie: een scheurtje in het kapsel en enkele weken geen tennis. Maar daar kon Griekspoor zich niet bij neerleggen. Hij had zich zo verheugd op het gravelseizoen met Roland Garros als absoluut hoogtepunt.

Griekspoor schreef zich gewoon in voor de masters in Rome, maar moest zich op het allerlaatste moment toch terugtrekken. Als het aan de tennisser zelf lag had hij gewoon gespeeld. 'Dat is denk ik topsporter eigen: willen spelen. Ik vind het helemaal niks om thuis te zijn. Het ging goed, het is financieel aantrekkelijk.’ Maar de arts en zijn begeleidingsteam vinden het onverstandig. Roland Garros, eind deze maand, is belangrijker, daar moet hij fit zijn.

Tijdens de coronapandemie had Griekspoor alle tijd om na te denken. Samen met zijn collega Botic van de Zandschulp bracht hij veel tijd door op de trainingsbaan. En daar spraken de twee af en toe hun verbazing uit over andere tennissers en gaf hen dat flinke motivatie. 'Fuck man, zijn zij nou echt beter dan wij? Dat moeten wij toch ook kunnen?’ Vervolgens zag Griekspoor hoe Van de Zandschulp in 2021 de kwartfinales op de US Open haalde, ook dat inspireerde.

De resultaten in 2023 van Griekspoor zijn prima. Hij startte het jaar op de 96e positie, maar won in januari direct al het ATP-toernooi van Pune. Wat volgde was een sterke periode waarin hij menig wereldtopper het vuur aan de schenen wist te leggen. Inmiddels is de Noord-Hollander opgeklommen naar plaats 36 en lonkt er meer. 'Ja, de top-20 is haalbaar', zegt hij. ‘Maar dan moet je fit blijven. En wat geluk hebben met de loting hier en daar.’ De grootste winst zit in zijn mentale instelling. ‘Dat je steeds meer wedstrijden speelt waarin je denkt: nu ga ik niet verliezen. Over lijken.’